CBD Olie: Wat doet CBD olie met jou ?

In dit blogartikel neem ik je mee in de achtergrond van CBD.  Om alles in de juiste context te plaatsen, zal ik ook kort ingaan op Cannabis en THC.  Deze begrippen worden nogal eens door elkaar gehaald.
Veel Leesplezier en vragen zie ik graag terug in de comments onderaan de pagina.

Wat is CBD nu precies en wat zijn de effecten voor Jou ?

De plant Cannabis sativa L.

De cannabisplant komt van oorsprong uit Centraal-Azië, vermoedelijk uit de gebieden aan de voet van de Himalaya. Tot de 16e eeuw kwam de plant niet op het westelijk halfrond voor.

Cannabis, wiet en hasj zijn afkomstig van één en dezelfde plant, de cannabis- of hennepplant. De plant met als geslachtsnaam Cannabis behoort tot de familie der hennepachtigen (Cannabacea). Tot de familie van de Cannabacea behoort nog één ander geslacht, de hop (Humulus lupulus). De cannabisplant kent mannelijke en vrouwelijke bloemen (tweeslachtig); deze komen voor op verschillende planten (tweehuizig) (Paris en Nahas, 1973). Vroeger kon men mannelijke planten pas verwijderen wanneer deze al volgroeid waren, tegenwoordig zijn er zaden te koop (gefeminiseerd) die alleen vrouwelijke planten voortbrengen.

  • Om in de natuur vruchtbare zaden te kunnen produceren moeten vrouwelijke planten bevrucht worden met pollen (stuifmeel). Om het opvangen van de mannelijk plant afkomstige pollen uit de lucht te vergemakkelijken beschikt de vrouwelijke plant over kliertjes op bladeren, steel en bloemen, de De trichomen produceren een kleverige hars. Zolang de vrouwelijke bloem niet is bevrucht blijven de trichomen deze hars afscheiden, zodra bevruchting heeft plaatsgevonden stopt de productie ervan.

Door de eeuwen heen is er in de literatuur veel discussie geweest over het aantal soorten dat er van cannabis zou bestaan. Dat komt mede omdat er van nature drie zeer van elkaar verschillende fenotypen bestaan: de Cannabis sativa, de Cannabis indica en de Cannabis ruderalis . In de lekenpers wordt beweerd dat er twee soorten zouden bestaan, de Cannabis sativa en de Cannabis indica, met verschillende eigenschappen.

  • Botanisch taxonomen zijn het hier nog steeds niet over In de jaren zeventig is in verband met de productie van vezelhennep onderzoek gedaan naar het aantal soorten (Small, 1979). Daartoe werden planten van zaden van 350 variëteiten cannabis onder goed gecontroleerde omstandigheden opgekweekt. Uit de resultaten werd geconcludeerd dat er maar één soort cannabis is.
  • Wetenschappelijk is er inmiddels consensus over het feit dat er in feite maar één soort cannabis bestaat (Hazekamp & Fishedick, 2012). Wat betreft de oorspronkelijke indeling zijn er wetenschappers die ervan uitgaan dat er maar één soort is, anderen zijn voor een indeling in vier verschillende soorten: Cannabis sativa, Cannabis indica, Cannabis ruderalis en Cannabis Afghanica (Clarke & Merlin, 2013; Small, 2015).

Belangrijker dan een indeling in sativa en indica is dat op basis van de samenstelling van de belangrijkste cannabinoïden THC en CBD drie fenotypen onderscheiden kunnen worden:

  • de fenotypes waarin THC overheerst,
  • de fenotypes waarin CBD overheerst en
  • de intermediaire

In de lekenpers wordt onderscheid gemaakt tussen de psychoactieve effecten van Cannabis indica en sativa, de effecten zouden soms zelfs aan elkaar tegengesteld zijn. Sativa wordt vaak omschreven als mentaal stimulerend en energiek, terwijl indica juist als ontspannend en rustgevend wordt bestempeld.

  • Er is overigens geen biochemische basis voor deze verschillen en behalve de zelfrapportage van gebruikers is er geen enkel farmacologisch bewijs voor dit onderscheid. Biochemisch gezien bestaan er wel degelijk verschillende cannabisrassen, maar het onderscheid dat in de lekenpers gemaakt wordt in sativa/indica is feitelijk onzin. Het is niet mogelijk om op basis van uiterlijke kenmerken zoals de vertakking, de hoogte van de plant of de vorm van de bladeren iets te zeggen over de chemische stoffen die in de plant voorkomen (Piomelli & Russo, 2016).

Door het eeuwenlang kweken en veredelen van de plant bestaat er tegenwoordig een grote variatie aan gekweekte variëteiten, deze worden cultivars genoemd. Door de veredelaars, recreatieve gebruikers en patiënten van medicinale cannabis worden de verschillende cultivars vaak aangeduid met een populaire naam zoals “White Widow”, “Northern Lights”, “Amnesia” of “Haze”.

  • De mate waarin de plant is gekruist of waarin sprake is van hybridisatie is momenteel zodanig gevorderd dat alleen op basis van chemische analyses de gebruiker of de wetenschapper iets kan zeggen over welke stoffen er werkelijk in de plant aanwezig
  • Onder gecontroleerde omstandigheden is het mogelijk om cannabisplanten te kweken waarvan de chemische samenstelling zeer constant is (Fishedick et , 2010). Het is daarom van groot belang dat de complete cannabinoïd- en terpeenprofielen van de beschikbare variëteiten in de nabije toekomst beschikbaar komen.

In principe is de indeling op basis van THC en CBD een goede basisindeling, maar inmiddels zijn er ook vele varianten waarin juist hoge concentraties van andere cannabinoïden of bepaalde terpenen, zoals THCV, cannabidivarine, cannabichroom of cannabigerol voorkomen. Hazekamp & Fischedick (2012) stelden op basis van een uitgebreide analyse van de componenten van diverse variëteiten voor om te spreken van chemovars in plaats van cultivars.

  • Recentelijk toonden Hazekamp en collega’s aan dat het met moderne analytische technieken mogelijk is om zo’n uitgebreide analyse van een groot aantal cannabinoïden en terpenen zoals die in cannabisproducten voorkomen uit te Dit maakt het mogelijk om het verwarrende systeem voor identificatie van cannabisproducten door middel van cultivars te verlaten en over te gaan op een meer betrouwbaar en informatiever classificatiesysteem van chemovars (Hazekamp et al., 2016; in press).
  • Door het analyseren van 44 cannabinoïden en terpenen, konden drugssoorten worden onderscheiden van industriële In vergelijking met drugssoorten blijkt het chemisch profiel van industriële hennepvarianten goed geconserveerd te zijn en wordt het gekenmerkt door de aanwezigheid van relatief veel CBD. De drugsvarianten daarentegen vertoonden een veel grotere chemische diversiteit en hogere concentraties aan cannabinoïden, met uitzondering van CBD, en terpenen. Een bijkomend verschil tussen de industriële hennep en de drugsvarianten was de aanwezigheid van een hoger gehalte aan monoterpenen en, in sommige varianten, een hoger gehalte aan sesquiterpenen.

De populaire indeling in sativa en indica komt waarschijnlijk vooral voort omdat iedereen geneigd is om complexe systemen op een zo eenvoudig mogelijke wijze te omschrijven, maar in geval van cannabis is dat zinloos en ook onwenselijk. Het is belangrijk om analytisch bepaalde componenten van een bepaald cannabisras te kwantificeren en die te correleren met de objectief waargenomen effecten in bijvoorbeeld patiënt of gebruiker. Ook al omdat taxonomen het niet eens kunnen worden over de soortindeling van cannabis, zou de indeling in sativa en indica verlaten moeten worden en worden overgegaan op een meer objectieve indeling op basis van biochemische profielen van de diverse variëteiten.

Voor de medische toepassingen maar ook voor recreatieve doeleinden is dit vanuit wetenschappelijk oogpunt en vanuit oogpunt van de volksgezondheid van essentieel belang (Piomelli & Russo, 2016).

Onderstaande afbeelding: Schematische weergave van de verschillende natuurlijke fenotypen van cannabis: Cannabis sativa, Cannabis indica en Cannabis ruderalis.

Stichting CBD wat is cbd

Wiet en hasj

De gedroogde toppen van vrouwelijke planten worden meestal puur of met tabak gerookt (blowen) in een van een kartonnen filter voorziene sigaret (joint, stickie). Een enkele keer wordt cannabis puur in een hasjpijp, waterpijp (chillum, bong) of verdamper gerookt.

Marihuana is de populaire benaming waarmee de cannabisplant die gekweekt wordt voor haar psychoactieve eigenschappen wordt aangeduid, voor de plant die gebruikt wordt voor de productie van vezels wordt vaak de term hennep gebruikt. Een synoniem voor marihuana

is weed, in het Nederlands wiet. Marihuana wordt gemaakt door bladeren en bloemen van de vrouwelijke marihuanaplant te drogen. Het gedroogde materiaal wordt verkruimeld en samen met sigarettentabak1 of shag als sigaret (joint, stickie) gerookt. Soms wordt marihuana meegebakken in bepaalde voedingsmiddelen, zoals in cake (spacecake). In de VS, waar sinds ons vorige literatuuroverzicht de regelgeving voor het gebruik/bezit van cannabis in sommige staten aanzienlijk is versoepeld, komen allerlei nieuwe eet- of drinkbare THC- bevattende producten op de markt. Ook zijn er met het populairder worden van de e-sigaret diverse THC-bevattende e-sigaretten op de markt. De hoeveelheid THC in de cannabisplant kan enorm variëren, en is afhankelijk van de genetische variant en waar en hoe het is gekweekt, bewerkt en bewaard.

De hars bevattende kliertjes, de trichomen, komen met name voor op vrouwelijk bloemen. Door de bloemen te zeven ontstaat een kleverig “poeder” van harskliertjes. Door het poeder samen te persen tot blokken ontstaat hasj of hasjiesj (Bergman, 2000). Onbevruchte vrouwelijke bloemen bevatten veel meer THC-houdende harsen dan de bevruchte bloemen.

  • Door alleen bloemtrossen van onbevruchte vrouwelijke bloemen te oogsten en te drogen verkrijgt men een marihuanavariant zonder zaden met hogere concentraties THC. Deze marihuanavorm staat bekend als sinsemilla (sin = zonder; semilla = zaad).
  • De penetrante geur die kenmerkend is voor cannabis wordt niet veroorzaakt door THC, maar is afkomstig van bepaalde aromatische verbindingen, de terpenen, die eveneens in grote hoeveelheden in de plant aanwezig kunnen

Nederwiet

Het gebruik van cannabis als genotmiddel begon in Nederland in de zeventiger jaren van de vorige eeuw. In die eerste jaren werd bijna alle in Nederland gebruikte cannabis, toen nog voornamelijk hasj, geïmporteerd.

  • In de jaren tachtig werd steeds meer wiet in Nederland zelf gekweekt, de in Nederland gekweekte cannabis wordt nederwiet Oorspronkelijk was deze nederwiet van zeer slechte kwaliteit. Gaandeweg slaagden men erin om varianten te kweken die de concurrentie met buitenlandse wiet aankonden.
  • In het begin bevatten de in Nederland gekweekte Amerikaanse planten bijna geen THC, maar hadden wel een zeer penetrante Ze werden vanwege deze geur aangeduid als “skunk”. In Engeland worden wietvarianten met een hoog THC- percentage nog altijd Skunk genoemd.
  • Door de verbetering van de kwaliteit van nederwiet steeg de verkoop ervan van jaar tot jaar: dit ten koste van de verkoop van geïmporteerde Eind jaren negentig van de vorige eeuw was de verkoop van nederwiet al twee keer zo hoog als die van geïmporteerde hasj.
  • In het begin lag het accent op het kweken van planten met een hoog THC-gehalte, toen eenmaal planten met een voldoende sterkte konden worden gekweekt verschoof het accent bij het veredelen steeds meer naar andere aspecten zoals smaak, geur, kleur en uiterlijk. Nederlandse cannabiszaden worden inmiddels geëxporteerd over de hele wereld (Rosenthal, 2001; 2004; 2007; 2010).

In Nederland bevat een joint naast cannabis (hasj of wiet) meestal ook tabak. Dat geldt niet overal, in sommige landen zoals in de VS bevat een joint meestal geen tabak.

Onderstaand figuur: Wilde cannabisplanten laten voor wat betreft de verhouding THC/CBD (pijl midden) een platte “bell-shaped curve” zien. Deze verhouding varieert van veel CBD/weinig THC tot veel THC/weinig CBD. Door selectie was het mogelijk om planten met heel veel THC en weinig CBD te kweken (curve geheel rechts). Moderne selectietechnieken met gebruikmaking van laboratoriumtechnieken hebben het mogelijk gemaakt om planten met zeer veel CBD en nauwelijks THC te kweken (linkerzijde van de grafiek).

Stichting CBD

Sinds de eeuwwisseling is veel onderzoek gedaan naar de medicinale eigenschappen van CBD. Daarvoor zijn planten ontwikkeld met relatief veel CBD en weinig THC.

  • Terwijl voor het kweken van planten voor recreatief gebruik met veel THC en weinig CBD vooral gebruik is gemaakt van “natuurlijke” selectiemethoden, is voor de medicinale en industriële variëteiten ook gebruik gemaakt van geavanceerde laboratoriumtechnieken.

THC en CBD in nederwiet en hasj

De sterkte van de wiet en hasj zoals deze wordt verkocht in Nederlandse coffeeshops wordt sinds 2000 gemonitord door het Trimbos-instituut (Pijlman et al., 2005; Niesink et al., 2015). Tabel 1.1 geeft de gemiddelde hoeveelheid THC en de gemiddelde hoeveelheid CBD van nederwiet (meest populaire en meest sterke variant), geïmporteerde wiet en hasj en hasj gemaakt van nederwiet. Weergegeven zijn hier de 5-jaargemiddelden (gemiddelde over de afgelopen vijf jaren 2012 – 2016).

Sinds de eeuwwisseling steeg het THC-gehalte in nederwiet van rond de 10 naar rond de 20%, daarna trad een weliswaar lichte maar significante daling op (Niesink et al., 2015). Op dit moment ligt het gemiddelde van de nederwiet die in coffeeshops het meest wordt verkocht tussen de 14 en 18% (Rigter en Niesink, 2016).

Onderstaand tabel: Gemiddelde hoeveelheden THC en CBD in wiet- en hasjmonsters.

ProductnTHC

 

(%)

Gem. ± SEM

CBD

 

(%)

Gem. ± SEM

Nederwiet (sterkste)24616,7 ± 0,20,4 ± 0,03
Nederwiet (meest populair)29715,0 ± 0,20,4 ± 0,05
Buitenlandse wiet665,2 ± 0,30,5 ± 0,08
Buitenlandse hasj32217,2 ± 0,47,0 ± 0,12
Nederhasj4329,9 ± 2,53,1 ± 0,51

De pogingen om sterkere wiet te verkrijgen had nog een (onbedoeld?) neveneffect: CBD werd uit de nederwiet gekweekt. Dit zorgde daarmee voor een extra risico: het ontbreken van CBD naast een verhoogd THC-gehalte.

  • Uit de eerdere onderzoeken bleek steeds dat geïmporteerde hasj wel aanzienlijke hoeveelheden CBD bevat, naast een hoge dosis
  • Tot 2015 bevatte geen van de aangekochte nederwietsamples meer dan 1% In de afgelopen twee jaar werden onder de nederwietsamples enkele samples aangetroffen (4% van de populaire nederwietsamples) die aanzienlijke hoeveelheden CBD bevatten (gemiddeld 6,5% CBD en 6,1% THC).
  • Dit wijst erop dat er nederwiet bestaat met een hoog CBD-gehalte, maar vooralsnog is dit nog lang niet alom aanwezig in de

Onderstaand figuur: Percentage THC versus CBD in nederwiet (populairste soort) en (geïmporteerde) hasj in cannabissamples uit Nederlandse coffeeshops aangekocht in de periode 2000-2004 vergeleken met samples aangekocht in de periode 2012 – 2016.

Stichting CBD THC versus CBD

In bovenstaande figuur zijn de percentages THC en CBD van de meest populaire nederwietsamples en van de geïmporteerde hasj-samples uit de eerste vijf jaar van de THC-monitor (2000 – 2004) vergeleken met die van de afgelopen vijf jaar (2012 – 2016). Uit de figuur blijkt dat nederwiet.

(a en b) hoge concentraties THC bevat en nauwelijks CBD. Geïmporteerde hasj (c en d) bevat naast relatief hoge gehaltes aan THC ook relatief veel CBD. Er zijn geen verschillen tussen de eerste vijf jaar en de afgelopen vijf jaar.

Ook in het buitenland is de sterkte van cannabis aan veranderingen onderhevig (Slade et al., 2012). Niet overal wordt de sterkte van cannabis overigens gemonitord, meestal zijn de data afkomstig van (toevallig) in beslag genomen partijen.

  • Alleen in de VS wordt de sterkte van de in beslag genomen cannabis sinds de jaren zeventig systematisch gemonitord. Niet alle cannabisvariëteiten (has, wiet, sinsemilla) zijn overigens sterker
  • Dat de gemiddelde sterkte van cannabis sinds de millenniumwisseling is gestegen is vooral te wijten aan het feit dat er steeds meer cannabis wordt geproduceerd, en waarschijnlijk ook geconsumeerd, die afkomstig is van ‘home-grown’ sinsemillaproducten.
  • Het is weliswaar niet zo dat het percentage THC 10 tot 30 keer hoger is geworden, maar stijgingen van 2 tot 3 keer de hoeveelheid die aan het begin van de jaren negentig normaal gevonden werden komen zeker

Overigens is de problematiek aanzienlijk ingewikkelder dan alleen de stijging van het THC- percentage. De afgelopen vijftien jaar is de cannabismarkt sterk veranderd. De teeltmethoden zijn ook internationaal veel geavanceerder geworden, via internet is de informatie- uitwisseling over nieuwe kweek- en teeltmethoden en de uitwisseling van zaden internationaal veel sneller dan vroeger. Zoals eerder aangegeven is het jammer dat kwekers zich vooral hebben toegespitst op sinsemillavarianten met hoge THC- en lage CBD gehalten.

Een andere zorgwekkende trend is de vervanging van de voor het maken van hasj traditionele kief door hybride cannabisvarianten in Marokko. Marokko en Afghanistan zijn de grootste producenten van hasj ter wereld (UNODC, 2016). Uit een onderzoek van Chouvry en Afsahi uit 2014 blijkt dat de productie van hasj in Marokko de afgelopen 10 jaar is afgenomen, maar dat de productiemethoden geïntensiveerd zijn (Chouvy & Afsahi, 2014). De hybriden leveren meer hasj op, maar bevatten ook meer THC, en waarschijnlijk minder CBD. Het is niet te voorspellen welke consequenties dit op den duur zal heeft voor bijvoorbeeld de in Nederland geïmporteerde hasj.

Cannabis met een hoog THC-gehalte is inmiddels over de hele wereld verkrijgbaar. De hoeveelheid THC in sommige varianten is 2-3 maal zo hoog als aan het begin van de jaren negentig. Het lijkt erop dat aan de stijging de afgelopen jaren een einde is gekomen (Niesink et al., 2015; Slade et al., 2012). Maar de sterkte van verschillende producten kan enorm variëren, met samples die meer dan 25% THC bevatten, en de vraag is of iedere gebruiker zich hiervan bewust is.

Gebruik van wiet en hasj in Nederland

Wiet is veruit de meest favoriete cannabisvariant. Ruim twee derde (69,6%) van de actuele gebruikers rookt meestal wiet, 19,8% meestal hasj en 9,1% geeft aan beide even vaak te gebruiken (Van Laar et al., 2016). Ook in Het Grote Uitgaansonderzoek (HGU) 2016 is het middelengebruik van uitgaande jongeren en jongvolwassenen van 15-35 jaar in kaart gebracht. Net als in de algemene bevolking had de meerderheid van de actuele gebruikers.

een voorkeur voor wiet (52%), 19% gebruikte meestal hasj, 19% beide evenveel en 10% wist het niet.

  • Onderzoekster Nicole Maalsté ondervroeg eigenaren van 80 Op basis daarvan schat zij dat de gemiddelde coffeeshop rond de 225 kilo wiet en 40 kilo hasj per jaar verkoopt. Dit zou betekenen dat meer dan 80% van de omzet tegenwoordig uit wiet bestaat en minder dan 20% uit hasj (van de Wier, 2016).

Recent onderzoek in Amsterdam toonde aan dat ongeveer 6 op de 10 bezoekers van coffeeshops wiet prefereerden, terwijl 3 op de 10 hasj prefereerden. Ruim 10% van de bezoekers had geen voorkeur. Deze cijfers komen overeen met de cijfers uit het bevolkingsonderzoek. Over het algemeen prefereerden bezoekers van coffeeshops sterkere soorten hasj en wiet (37%) en 19% zelfs de zeer sterke soorten. Slechts 7% prefereerden de zwakkere soorten (Nabben e.a., 2016).

  • Er bestaat twijfel over hoe goed (frequent) gebruikers de sterkte van hun cannabis kunnen schatten (Van der Pol et al., 2013). Negen op de tien bezoekers van coffeeshops (90%) mengen hun cannabis met tabak; de helft van de niet-mengers is ook roker (van sigaretten, shag of sigaren), de andere helft rookt
  • In het CanDep2 onderzoek werden 600 jong volwassenen (18-30) jaar die al minstens één jaar drie of meer keren per week blowden ondervraagd op hun voorkeur voor wiet of De groep bestond uit 252 personen die verslaafd waren en 348 personen die dat niet waren. Onder de groep verslaafden was het percentage gebruikers dat aan het begin van het onderzoek wiet (68%) prefereerde boven hasj (25,4%) iets hoger dan onder de overige frequent gebruikers (wiet: 58%; hasj: 33%). In de groep verslaafde gebruikers gaf 7% aan geen voorkeur te hebben, onder de overige gebruikers was dat 9%.
  • In beide groepen was de aanvangsleeftijd erg laag (tussen 14 en 15 jaar) en begon men gemiddeld tussen het 15e en 16e levensjaar met regelmatig

Helaas wordt in het onderzoek naar gebruik van cannabis onder jongeren (nog) niet gevraagd naar eventuele voorkeuren voor hasj of wiet bij de gebruikers.

Onderstaande  Tabel: Voorkeuren voor wiet of hasj bij cliënten in de verslavingszorg met een primair cannnabisprobleem (Bron: Ladis, Houten).

Voorkeur2012201320142015
Onbekend911864983317221
Wiet1035188522072528
Hasj128214312350
Geen voorkeur376611640717

Gezien de mogelijke relatie tussen blootstelling aan THC en CBD en gezondheids- problematiek, en de verschillen in verhouding van deze cannabinoïden in hasj en wiet, is het ook belangrijk om te weten welk type cannabis cannabiscliënten die zich aanmelden bij de verslavingszorg gebruik(t)en.

  • In het Landelijk Alcohol en Drugs Informatie Systeem (LADIS) wordt met ingang van 2012 onderscheid gemaakt tussen wiet en hasj. Helaas is van veel cliënten niet bekend of er een voorkeur is voor wiet of hasj. Voor zover dat welbekend is had de afgelopen vier jaar ongeveer 70% van de cliënten een voorkeur voor wiet, 9% voor hasj en 21% had geen voorkeur.

Cannabinoïden

De cannabinoïden vormen een groep verbindingen die chemisch of farmacologisch verwant zijn.  In 1940 werd cannabidiol (CBD) als eerste cannabisachtige stof geïsoleerd uit extracten van de plant. In de jaren zestig waren de Israëliërs Mechoulam, Shvo en Gaoni als eersten in staat om de chemische structuur van de eerste cannabinoïden op te helderen: cannabinol en cannabidiol in 1963 (Mechoulam & Shvo, 1963), terwijl THC, de belangrijkste psychoactieve stof in cannabis, voor het eerst werd gezuiverd in 1964 (Gaoni & Mechoulam, 1964).

Fytocannabinoïden

Inmiddels zijn uit de cannabisplant, Cannabis sativa, meer dan 500 verbindingen geïsoleerd (El-Sohly en Slade, 2005; Radwan e.a., 2009), iets meer dan 100 hiervan behoren tot de cannabinoïden (Mehmedic e.a., 2010). Fytocannabinoïden zijn cannabinoïden die door planten worden aangemaakt. Overigens geldt dat alleen voor de cannabisplant, tot op heden zijn deze verbindingen nooit in andere plantensoorten aangetroffen. De cannabinoïden die in de hoogste concentraties in de cannabisplant voorkomen, zijn: D9-tetrahydrocannabinol (D9- THC)3, cannabidiol en cannabinol. Meer precies gezegd komen CBD en THC zelf niet als zodanig in de plant voor maar hun zuren, door verhitting worden deze zuren omgezet in CBD of THC.

  • Hoewel andere stoffen uit de cannabisplant een bijdrage leveren aan de effecten, is THC verantwoordelijk voor het merendeel van de farmacologische werking, maar met name voor de psychoactieve effecten, van
  • Van de cannabinoïden zijn D9-tetrahydrocannabinol (D9-THC) en D8-tetra- hydrocannabinol (D8-THC) de enige twee die alle psychoactieve effecten van marihuana kunnen opwekken (Grotenhermen, 1999).
  • Omdat de hoeveelheid D8-THC in de cannabisplant ten opzichte van D9- tetrahydrocannabinol te verwaarlozen is wordt de sterkte van de psychoactieve effecten van de cannabisplant in de praktijk gerelateerd aan de concentratie D9- THC.

In de hennepplant is D9-THC slechts voor een klein deel in vrije vorm aanwezig. Het grootste deel van de stof is aanwezig in de vorm van zuren (THC-zuren) die bij verhitting, bijvoorbeeld door roken of koken, spontaan tot D9-THC decarboxyleren.

  • Behalve THC bevat de hennepplant ook twee andere in voldoende meetbare concentraties voorkomende cannabinoïden, cannabidiol (CBD) en cannabinol (CBN). Cannabidiol is evenals D9-THC in bijna alle cannabisvariëteiten aanwezig;

afhankelijk van de variëteit kan CBD van 0 tot 95% bijdragen aan de totale hoeveelheid cannabinoïden in een plant.

  • De hennep die gebruikt wordt voor vezelproductie bevat over het algemeen meer CBD dan D9-THC. CBD is zelf niet psychoactief, maar in combinatie met D9-THC kan het bepaalde aspecten van een “high” versterken of CBD kan ook enkele farmacologische effecten van THC verminderen, de stof heeft echter veel minder affiniteit tot de cannabisreceptor dan THC (Long e.a., 2009; zie ook het review uit 2012, Niesink en Van Laar, 2012)).
  • Cannabinol wordt niet door de hennepplant zelf gemaakt, maar is een degradatieproduct van D9-THC. D9-THC kan geoxideerd worden tot Verse cannabisproducten bevatten slechts weinig CBN. Cannabinol heeft zelf geen psychoactieve werking. De concentratie ervan in een hennepproduct geeft wel aanwijzingen over de oorspronkelijke hoeveelheid D9-THC.

Onderstaand figuur: Biosynthese van D9-tetrahydrocannabinol en cannabidiol in de cannabisplant uit hun gemeenschappelijke precursor cannabigerolzuur (CBGA). (1) = CBDA synthase; (2) = D9-THC synthase; (3) = decarboxylering; (4) = oxygenatie van THC tot CBN

In de cannabisplant hebben THC en CBD een gemeenschappelijke precursor, cannabigerolzuur (cannabigerolic acid; CBGA) (Figuur 1.4), daarom kan één plant ook niet èn veel THC èn veel CBD bevatten. De verhouding van de omzettingsenzymen CBDA synthase en D9-THC synthase bepaalt uiteindelijk of een plant veel THC of veel CBD aanmaakt uit de voorhanden zijnde CBGA. Die verhouding is genetisch bepaald (voor review: Hazekamp e.a., 2010).

In 1940 beschreven Adams en medewerkers voor het eerst de isolatie van een cannabinoïdachtige structuur uit het extract van de cannabisplant (Adams e.a., 1940). In 1963 waren Mechoulam en Shvo in staat om de structuur van deze stof, cannabidiol, op te helderen (Mechoulam en Shvo, 1963). Tot begin jaren 70 werden geen farmacologische effecten van CBD gerapporteerd. Wel was al snel duidelijk dat CBD geen “cannabisachtige” effecten veroorzaakte, het bleek een niet-psychoactieve stof te zijn. De interesse in onderzoek naar cannabis nam pas weer toe in het begin van de jaren negentig. Dit kwam door de ontdekking van de cannabinoïdreceptoren en de daaropvolgende isolatie van een endogeen cannabinoïde, het anandamide.

Endogene cannabinoïden

Met behulp van radioactief gelabeld THC heeft men ontdekt men dat THC zich bindt aan specifieke eiwitten in de hersenen, de cannabisreceptoren (Howlett e.a., 1988). Er blijken twee verschillende cannabisreceptoren te zijn: de CB1- en de CB2-receptor. De eerste komt voornamelijk voor in het centraal zenuwstelsel (CZS) en de tweede vooral in het immuunsysteem. In de jaren negentig werden enkele van nature in het lichaam voorkomende stoffen ontdekt die zich hechten aan deze receptoren, de endocannabinoïden. Het complex van cannabisreceptoren, de endocannabinoïden en de enzymen die betrokken zijn bij de aanmaak en afbraak ervan, vormen samen het endocannabinoïdsysteem. Dit systeem is betrokken bij tal van belangrijke fysiologische functies in het lichaam.

  • De afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar het endocannabinoïdsysteem. Uit dit onderzoek is gebleken dat het endogeen cannabioïde systeem een rol speelt bij de immuunrespons, voedselopname, cognitieve processen, emotie, waarneming, beloning, motorische coördinatie, lichaamstemperatuur en het slaap/waak-ritme.

Door het activeren van de cannabinoïdreceptoren worden verschillende neurotransmitters beïnvloed, zoals acetylcholine, dopamine, gamma-aminoboterzuur (GABA), glutamaat, serotonine, noradrenaline en de lichaamseigen opioïden (Grotenhermen, 2004). Onder normale omstandigheden worden de cannabinoïdreceptoren geactiveerd door de lichaamseigen cannabinoïden. Deze voorkomen daarmee bijvoorbeeld dat er te veel neurotransmitters vrijkomen.

  • De endocannabinoïden zijn vetten en dat voorkomt dat ze zich over grote afstanden verplaatsen, hun werking in de hersenen is dus vrij lokaal en deze stoffen zijn dan ook bij uitstek geschikt om fysiologische processen lokaal en op kleine schaal uit te voeren.

De twee meest onderzochte endocannabinoïden zijn anandamide, voornamelijk een ligand voor de CB1-receptor en 2-arachidonoylglycerol (2-AG) dat zowel actief is op de CB1- als de CB2-receptor (Kunos e.a., 2009; Di Marzo and Maccarrone, 2008). In het lichaam activeren de endocannabinoïden de cannabinoïdreceptoren.

  • Het eerste endogene cannabinoïde werd in 1992 geïsoleerd in Israël in het laboratorium van Raphael Mechoulam. Deze stof, voluit arachidonoylethanolamine, werd door hem anandamide genoemd, een naam afgeleid van het woord Ananda wat in het Sanskriet eeuwige (geluk)zaligheid betekent. In het lichaam wordt anandamide gevormd uit
  • De werking van anandamide is gelijk aan die van THC, het bindt en activeert de cannabinoïdreceptoren in het centraal zenuwstelsel en in mindere mate die in de rest van het In het centraal zenuwstelsel werkt anandamide ongeveer even sterk als THC, in de periferie is het juist minder sterk (Grotenhermen, 2005).

De chemische structuur van anandamide lijkt in het geheel niet op die van THC. De stof komt vrijwel in alle weefsels van het menselijk lichaam voor, en wordt aangetroffen in veel diersoorten (Martin e.a., 1999).

  • Het tweede endocannabinoïde waarnaar relatief veel onderzoek is gedaan is 2- arachidonoylglycerol, meestal afgekort als 2-AG. Deze lichaamseigen stof bindt zich zowel aan CB1 als aan CB2-receptoren met dezelfde affiniteit. Voor beide receptoren functioneert het als een volledige agonist (Grotenhermen, 2005).
  • In de hersenen is 2-AG in veel hogere concentraties aanwezig dan anandamide, maar het is niet helemaal duidelijk welke van de twee, anandamide of 2-AG, het belangrijkste is voor de werking van het endogeen cannabinoïdsysteem (Pacher a., 2006; Sugiura e.a., 2006).
  • Het endocannabinoïdsysteem

Het totale endogene cannabinoïdsysteem (ECS) bestaat uit de cannabinoïdreceptoren, de endogene liganden die deze receptoren activeren en de mechanismen, waaronder diverse enzymen, die zorgen voor de synthese en voor de inactivatie van deze stoffen (voor een uitgebreid overzicht, zie: Lu and Mackie, 2016). Verder is er nog een groot aantal stoffen (vetzuuramides, ethanolamines, aminozuren) die weliswaar niet binden aan de CB-receptoren maar er wel nauw mee samenwerken.

In tegenstelling tot conventionele neurotransmitters worden endocannabinoïden niet opgeslagen in blaasjes maar zeer snel aangemaakt uit onderdelen van de postsynaptische celmembraan.

  • In feite vindt dat proces, aanmaak van endocannabinoïden, verplaatsing naar de receptor, activatie van de receptor, verandering van de potentiaal van de celmembraan en afbraak van het endocannabinoïde, continue plaats, wat dat betreft is sprake van een natuurlijke “tonus” van het systeem (Howlett e.a., 2011; zie ook Niesink en Van Laar, 2012). Wanneer de calciumconcentratie in de (postsynaptische) zenuwcel stijgt of wanneer bepaalde receptoren worden geactiveerd door neurotransmitters, worden meer endocannabinoïden aangemaakt en
  • Het feit dat endocannabinoïden vetten zijn voorkomt dat ze zich over grote afstanden in de wateroplosbare extracellulaire matrix van de hersenen Daarom zijn ze bij uitstek geschikt om fysiologische processen lokaal en op kleine schaal uit te voeren.
  • Snelle opname- en afbraakmechanismen zorgen ervoor dat ze hun werking slechts gedurende korte tijd in een beperkt gebied
  • AG en anandamide zijn retrograde synaptische neurotransmitters die pas worden gesynthetiseerd op het moment dat sprake is van “neuronale overstimulatie”. Er zijn aanwijzingen dat behalve de CB1- en CB2-receptor er mogelijk een CB3-receptor bestaat en dat ook andere eiwitten als target voor endogene cannabinoïden fungeren (Ross, 2009; Di Marzo & De Petrocellis, 2010). Naast verschillende receptor targets bestaat het endocannabinoïdsysteem uit verschillende enzymen. De effecten van het endocannabinoïdsysteem worden beëindigd op het moment dat de endogene cannabinoïden worden afgebroken, dat gebeurt in geval van anandamide vooral door het enzym vetzuur amide hydrolase (FAAH) en ingeval van 2-AG vooral door het enzym monoacylglycerol lipase (MAGL). Deze enzymen reguleren de beschikbaarheid van de endocannabinoïden die verantwoordelijk zijn voor de tonus van het endocannabinoïde systeem (Cravatt et , 2001; Di Marzo, V. and Maccarrone, 2008).

Endocannabinoïden op de zenuwuiteinden van excitatoire (stimulerende) neuronen zijn in de kleine hersenen betrokken bij de coördinatie van motoriek en de integratie van sensorische impulsen.

  • De betrokkenheid van het endocannabinoïde systeem bij deze processen verklaart de stoornissen in motoriek en veranderingen in zintuiglijke waarneming die men ziet bij personen die onder invloed zijn van

De cannabinoïdreceptoren blijken bijna overal in de hersenen aanwezig te zijn en zijn bij bijna alle fysiologische processen betrokken te zijn (Hu & Mackie, 2015). De CB1-receptor is

vooral in hoge concentraties aanwezig in de hersenschors, de hippocampus, de hypothalamus, de kleine hersenen, de basale ganglia, de hersenstam, het ruggenmerg en de amygdala. Dit verklaart de zeer uiteenlopende effecten van cannabis (Pertwee, 2015). De psychoactieve effecten worden veroorzaakt door interactie van THC met CB1-receptoren in de hersenschors.

  • Het optreden van stoornissen in het geheugen bij cannabisgebruik heeft te maken met een interactie met receptoren in de hippocampus, een hersenstructuur die van belang is voor het proces van opslag van informatie. In de hersenstam en het ruggenmerg is het ECS betrokken bij de vermindering van
  • In de hersenstam beïnvloedt het ook de braakreflex, in de hypothalamus de eetlust en de invloed op emoties komt tot stand via de

Endogene cannabinoïden spelen een belangrijke rol bij het uitdoven van herinneringen aan negatieve gevoelens en pijn. Het gaat om “herinneringen” aan gebeurtenissen die zich in het verleden hebben afgespeeld.

  • Men heeft ontdekt dat bij een aantal psychische aandoeningen waarbij negatieve herinneringen een rol spelen, zoals bij het post-traumatische stress-syndroom (Neumeister et , 2015), depressie (Zajkowska et al., 2014), verslaving (Parsons & Hurd, 2015; Moreira et al., 2015) en bepaalde vormen van chronische pijn (Woodhams et al., 2015; Zogopoulos et al., 2013), soms sprake is van een verminderde productie of release van endogene cannabinoïden of van een abnormaal lage concentratie van endogene cannabinoïdreceptoren.
  • De hypothese is dat verstoringen van het endogene cannabinoïdsysteem een belangrijke rol spelen bij de pathofysiologie van een aantal psychiatrische aandoeningen (Ruehle et , 2012; Bossong, 2012, Proefschrift; Henry et al., 2016; voor review: Pertwee, 2005b).

Ook het perifere endocannabinoïdsysteem bestaat uit een complex samenspel van endocannabinoïden, receptoren en enzymen. Voor een uitgebreid overzicht van dit systeem zie: Maccarrone et al., 2015.

Einde

Nu zijn we aan het einde gekomen van dit artikel. Ik hoop dat ik je heb kunnen helpen met het maken van de juiste keuze. Zo niet, dan hoor ik dat graag in de comments hieronder. Ook als je iets aan dit artikel hebt gehad, hoor ik dat graag.

Leave a Reply